CE-markering; juridisch voordeel geharmoniseerde normen herbevestigd

CE-markering; juridisch voordeel geharmoniseerde normen herbevestigd

Verschenen in het vakblad NEN Industrie en Veiligheid nr. 3. 2017:

Toepassing geharmoniseerde normen; juridisch voordeel opnieuw bevestigd in rechtspraak

Het Europees Hof van Justitie is op Europees niveau gezien de hoogste rechter die mag beslissen over de uitleg van Europese wetgeving. Hieronder valt ook de Machinerichtlijn. Begin dit jaar is een uitspraak gedaan die gaat over het bewijsvermoeden bij toepassing van een geharmoniseerde norm en goed laat zien hoe een fabrikant van het bewijsvermoeden kan profiteren.

In deze bijdrage voor NEN Industrie en Veiligheid eerst even kort: waar passen de normen precies in het wettelijk kader en daarna een korte bespreking van de casus.

De CE-markeringsrichtlijnen, waaronder de Machinerichtlijn, beogen enerzijds vrijheid van verkeer van goederen te verzekeren, en anderzijds een minimum niveau van veiligheid te garanderen. Anders gezegd, de CE-markeringsrichtlijnen stellen veiligheidseisen.

CE-markering en essentiële eisen

De veiligheidseisen in de CE-markeringsrichtlijnen worden essentiële eisen genoemd. Deze essentiële eisen zijn globaal geformuleerd. Er wordt in een essentiële eis vaak in het algemeen aangegeven dat met iets rekening moet worden gehouden – voorbeeld: trillingen, geluid – zonder de concrete oplossing of het acceptabele niveau aan te geven.

De fabrikant van machines mag zelf bepalen, hoe hij aan deze essentiële eisen wil en/of kan voldoen. Met andere woorden, de concrete invulling van de essentiële eisen is uitdrukkelijk overgelaten aan de fabrikant zelf.

Normen

Eén uitwerking van de essentiële eisen van een richtlijn wordt gegeven in normen. Maar: Het toepassen van een norm bij het ontwerp of de fabricage van een product is in de meeste gevallen niet verplicht. Het heeft wel voordelen, zoals hierna zal worden besproken.

Europese geharmoniseerde normen

De Europese geharmoniseerde normen zijn die normen, die door de Europese normalisatie instellingen en de Europese Commissie zijn goedgekeurd om een concrete en juiste invulling geven voor een (deel van) de essentiële eisen van een bepaalde CE-markeringsrichtlijn. Let wel, (ook) de toepassing van een Europese geharmoniseerde norm bij het ontwerp en de fabricage is en blijft in de meeste gevallen onverplicht, maar kan wel een belangrijk voordeel opleveren. Het voordeel van het werken volgens geharmoniseerde normen is dat deze ‘een vermoeden van overeenstemming met (een van de) essentiële eisen’ geven. Dit vermoeden geldt alleen voor de essentiële eisen, waarop de norm van toepassing is.

Bijvoorbeeld: een fabrikant ontwerpt en fabriceert een machine. Deze machine is voorzien van een besturingssysteem. De fabrikant maakt voor het ontwerp en de fabricage van dit besturingssysteem gebruik van een geharmoniseerde norm. Het besturingssysteem van de machine wordt dan vermoed in overeenstemming te zijn met de essentiële eisen die daarop van toepassing zijn, maar de rest van de machine hoeft dan noodzakelijkerwijs niet (ook) te voldoen.

Het bewijsvermoeden van overeenstemming met de essentiële eisen geldt, behoudens tegenbewijs. Dit tegenbewijs kan bijvoorbeeld worden geleverd, doordat een andere partij (zoals de overheid) aantoont, dat (dat deel van) het product niet voldoet aan de essentiële eisen of dat de norm niet juist is toegepast.

De grasmaaier-case

Met de grasmaaier-case doel ik op een lang lopende procedure die begin dit jaar leidde tot een uitspraak van het Europees Hof van Justitie. De procedure was ingeleid door de Italiaanse fabrikant van tuinmachines – Global Garden. De grasmaaier was in Letland door de autoriteiten daar uit de handel gehaald, een besluit dat door de Europese commissie in stand werd gelaten.

Het ging de Letse autoriteiten om de afstand tussen het bewegende maaielement en de achterwand van het maaidek. Deze afstand bedroeg 87 mm, waar de norm EN 60335-2-77:2010 120 mm voorschrijft. De afschermingen van de beveiligingsinrichtingen waren niet voldoende ver van de gevarenzone verwijderd en daarmee zou er een risico bestaan voor consumenten.

De Letse autoriteiten verwijzen puur naar de nor EN 60335-2-77:2010 als onderbouwing van de constatering dat het product onveilig is. Er wordt niet verwezen naar de Machinerichtlijn of op een andere manier onderbouwd dat er sprake is van een onveilige situatie.

De fabrikant toont aan dat de grasmaaiers in 2012 op de markt zijn gebracht. De datum is relevant omdat in die periode de norm EN 60335-2-77:2006 wijzigde in de versie 2010.  De geharmoniseerde status van de 2006 norm verviel op 31 augustus 2013. Aan producten die voor die datum in overeenstemming met de 2006-norm in de handel zijn gebracht, werd een vermoeden van overeenstemming gegeven. Zij verwerden vermoed te voldoen aan de Machinerichtlijn.

Het Europees Hof oordeelt daarom dat de fabrikant zich terecht op het standpunt stelt dat aan de grasmaaier – geproduceerd en in de handel gebracht in 2012 in overeenstemming met de toen geldende norm – een vermoeden van overeenstemming moet worden toegekend. Nu de Letse autoriteiten niet hebben betoogd waarom, ondanks het vermoeden van overeenstemming, in het specifieke geval sprake was van een onveilige situatie, verwijst het Europese Hof de handhavingsactie naar de prullenmand. De grasmaaiers zijn onterecht uit de handel gehaald.

Conclusie

In de grasmaaier-case zie je heel duidelijk dat het toepassen van geharmoniseerde normen voordelen heeft. De handhavingsactie van de locale autoriteiten liep volledig stuk, omdat niet goed was omgegaan met het ‘vermoeden van overeenstemming’. Blijf de voordelen benutten, als er een geharmoniseerde norm is die op jouw machine ‘past’, pas hem dan toe. Juridisch sta je een stuk(je) sterker.

Publicatie NEN Industrie en veiligheid

 

M.H.T. Coumans

Fifth advocatuur